Niet de enige maar wel de meest eenvoudige manier om het STEAM leerproces te verwoorden is in drie simpele woorden: Denken, Doen en Delen. Het is belangrijk om te benoemen dat het een cyclisch proces kan zijn. Na het delen kun je weer opnieuw moeten gaan denken…
Als leerkracht of begeleider wil je die drie stappen zo goed mogelijk faciliteren. Elke fase heeft zo zijn eigen aandachtspunten.
Denken
Je introduceert de uitdaging. De leerlingen raken betrokken bij het probleem. Bij een goede introductie wordt de voorkennis actief en gaan leerlingen nadenken over de uitdaging en de mogelijke oplossingen. In deze fase wil je de leerlingen voorbeelden en handvatten geven zonder teveel te sturen op een oplossingsrichting.
Doen
De leerlingen werken, liefst in tweetallen, hun ideeën uit tot een plan of een ontwerp. Ze verzamelen de benodigde materialen en gaan aan de slag met het bouwen van hun prototype of onderzoeksopstelling. Tijdens het bouwen passen ze hun kennis en vaardigheden toe en leren ze nieuwe dingen bij. Als begeleider ondersteun je het proces en reik je materialen en nieuwe technieken aan. De oplossing moet wel hun oplossing blijven. Ze testen en verbeteren tot ze hun prototype goed vinden om te presenteren.
Delen
Er wordt toegewerkt naar een presentatiemoment. Daar kunnen vele vormen voor zijn. Het is belangrijk om al het werk serieus te presenteren, er is immers met grote betrokkenheid aan gewerkt. Een prototype is: ‘een idee in 3D’. Dat hoeft niet perfect te zijn, als het ‘t idee maar duidelijk maakt. Kinderen geven en ontvangen ‘tips en tops’, ze reflecteren op het proces en op hun product. Dit kan de start zijn voor een nieuwe cyclus.